Hoofdrekenen.

Ondertussen hebben we weer wat bijgeleerd!

T + E = TE bv. 40 + 8 = 48
E + T = TE bv. 8 + 40 = 48
Geen echt trucje, gewoon tientallen en eenheden bij elkaar voegen.

TE – E = T bv. 78 – 8 = 70
We moeten enkel de 8 eenheden wegdoen, dus 70 blijft over.

TE + E = TE bv. 62 + 3 = 65
62, dat zijn 6 tientallen en 2 eenheden. We moeten er 3 eenheden bijdoen.
Komen er ook tientallen bij? …Nee Er verandert dus niets aan de tientallen.
2 eenheden plus 3 eenheden, dat zijn 5 eenheden, 62 + 3 = 65


TE-E=TE bv. 87 – 5 = 82
Idem zoals bij + maar dan verminderen, wegdoen

Leerden we afgelopen week:
TE + E = T bv.: 56 + 4 = 60
56 dat zijn al 5 tientallen en 6 eenheden
6 eenheden + 4 eenheden = 1 tiental
we hadden al 5 tientallen, 5T+1T= 6T, dus 60

Sommige kinderen vinden het “busverhaal” gemakkelijker:
5 6 + 4 =
56 dat zijn al 5 volle bussen en 6 losse
6 losse + 4 losse= 1 volle bus
5 volle bussen + 1 volle bus= 6 volle bussen = 60

Leren we deze week:
T - E = TE bv.: 80-4=76

Voor de laatste twee soort oefeningen moeten de kinderen de splitsing van 10 heel vlot kennen!