vrijdag 25 november 2011
woensdag 23 november 2011
Voorleesweek op school!
Deze week krijgen we elke dag verhalen te horen van verschillende mama's die komen voorlezen. Heeeeeeeeeerlijk!
maandag 21 november 2011
Aai, ooi en oei!
"Als je woorden met een aai of ooi of met een oei moet schrijven,
dan schrijf je op 't einde geen j maar een i,
en die moet daar altijd blijven!"
dan schrijf je op 't einde geen j maar een i,
en die moet daar altijd blijven!"
Meten met de meter en de centimeter.
Vandaag leerden we nog nauwkeuriger meten.
We werkten in groepjes: eerst schatten en daarna meten.
We werkten in groepjes: eerst schatten en daarna meten.
dinsdag 15 november 2011
Het ei-lied!
We leerden het “ei-lied”!
Elk woord in het lied waar je een “ei” hoort, schrijf je met de “korte ei”. Woorden die niet in het lied voorkomen schrijf je met “lange ij”.
Opm.: In de volgende leerjaren breidt het lied uit en leert uw kind nog meer ei of ij woorden.
“Vandaag leg ik een ei, zei de kip en ze legde een prachtexemplaar. Ze keek er naar en dacht :” ‘k zag al vaak zo’n ei maar ik weet niet goed meer waar”.
Ze nam haar rugzak en vertrok, de hele wereld rond. Elk woordje werd goed onderzocht, tot ze heel wat “ei-en” vond.
Ik ga op reis met de trein zei de meid van het plein. In mei zoekt een geit klei in haar eigen wei. Het is geen geheim, je vindt op de heide geen kleine kei ook geen boot met een zeil. Einde. Ik zei: “einde!”
We leerden het “ei-lied”!
Elk woord in het lied waar je een “ei” hoort, schrijf je met de “korte ei”. Woorden die niet in het lied voorkomen schrijf je met “lange ij”.
Opm.: In de volgende leerjaren breidt het lied uit en leert uw kind nog meer ei of ij woorden.
“Vandaag leg ik een ei, zei de kip en ze legde een prachtexemplaar. Ze keek er naar en dacht :” ‘k zag al vaak zo’n ei maar ik weet niet goed meer waar”.
Ze nam haar rugzak en vertrok, de hele wereld rond. Elk woordje werd goed onderzocht, tot ze heel wat “ei-en” vond.
Ik ga op reis met de trein zei de meid van het plein. In mei zoekt een geit klei in haar eigen wei. Het is geen geheim, je vindt op de heide geen kleine kei ook geen boot met een zeil. Einde. Ik zei: “einde!”
Eindelijk! We hebben maal geleerd!
(Dit wilden ze al sinds de 1ste dag in het 2de leerjaar)
Wat wil zeggen : 2 keer 3?
We nemen 2 keer een 3
bv. 2 keer 3 wolkjes dat zijn 6 wolkjes
In onze klas oefenen we maal met de staafjes. 2 x 3
We nemen 2 keer het staafje 3 en leggen dit achter elkaar.
Dan zoeken we een staafje dat eronder past.
Dat is staafje 6.
Dus 2 x 3 = 6
Bij maal hoort ook ………..gedeeld door!
10 : 5 = …
bv. 10 snoepjes verdelen onder 5 kinderen
Met de staafjes….. We leggen staafje 10.
Onder staafje 10 zoeken we 5 staafjes
die samen even lang zijn dan staafje 10.
Als we 10 verdelen in 5 gelijke stukjes, dan is elk stukje 2.
10 : 5 = 2
U kan dit thuis ook oefenen met kleurpotloden, auto’s…
die je telkens verdeelt in gelijke groepjes.
Zo bent u weer op de hoogte van een belangrijke leerstap van uw kind.
We leren deze week de maaltafel van 2 en ook de deeltafel van 2.
We ontdekten ook de getallen tot 100.
We verkennen de getallenlijn en het honderdveld.
En we plaatsen ook getallen op de getallenlijn en op het honderdveld.
We leren de getallen tot 100 lezen en schrijven.
We leren dat een getal bestaat uit tientallen (T) en eenheden (E).
bv. 68 dat zijn 6 tientallen en 8 eenheden.
Natuurlijk maken we ook bewerkingen met getallen tot 100.
We leerden nu:
T + T = T bv. 30 + 50 = 80
T - T = T bv. 90 - 70 = 20
(Dit wilden ze al sinds de 1ste dag in het 2de leerjaar)
Wat wil zeggen : 2 keer 3?
We nemen 2 keer een 3
bv. 2 keer 3 wolkjes dat zijn 6 wolkjes
In onze klas oefenen we maal met de staafjes. 2 x 3
We nemen 2 keer het staafje 3 en leggen dit achter elkaar.
Dan zoeken we een staafje dat eronder past.
Dat is staafje 6.
Dus 2 x 3 = 6
Bij maal hoort ook ………..gedeeld door!
10 : 5 = …
bv. 10 snoepjes verdelen onder 5 kinderen
Met de staafjes….. We leggen staafje 10.
Onder staafje 10 zoeken we 5 staafjes
die samen even lang zijn dan staafje 10.
Als we 10 verdelen in 5 gelijke stukjes, dan is elk stukje 2.
10 : 5 = 2
U kan dit thuis ook oefenen met kleurpotloden, auto’s…
die je telkens verdeelt in gelijke groepjes.
Zo bent u weer op de hoogte van een belangrijke leerstap van uw kind.
We leren deze week de maaltafel van 2 en ook de deeltafel van 2.
We ontdekten ook de getallen tot 100.
We verkennen de getallenlijn en het honderdveld.
En we plaatsen ook getallen op de getallenlijn en op het honderdveld.
We leren de getallen tot 100 lezen en schrijven.
We leren dat een getal bestaat uit tientallen (T) en eenheden (E).
bv. 68 dat zijn 6 tientallen en 8 eenheden.
Natuurlijk maken we ook bewerkingen met getallen tot 100.
We leerden nu:
T + T = T bv. 30 + 50 = 80
T - T = T bv. 90 - 70 = 20
SVS sportvoormiddag op 25 oktober
Op dinsdag 25 oktober namen we deel aan de sportvoormiddag "MEGA-SPELENPALEIS" in 't Beerke in Beerse.Rollen, evenwicht bewaren, glijden, voelen, springen, ...... het was superleuk!
Abonneren op:
Posts (Atom)