Toch veel taarten verkocht!

Er werden door de kids van het 2de leerjaar toch behoorlijk wat taarten verkocht.
Lennert behaalde een bronzen diploma, Brent een zilveren en Branco een gouden.
Proficiat jongens!

Hoofdrekenen!

De laatste moeilijke stap!

84 – 37 = (84 - 30) – 7 = 54 – 7 = 47

Als we deze onder de knie hebben, oefenen we nog alle soorten oefeningen door elkaar.
Het is ook de bedoeling dat we steeds sneller kunnen rekenen.
Daar gaan we ook nog heel hard op oefenen.

Zoals Andy Warhol!

Het is een werkje van geduld. Maar het resultaat is schitterend.
Alvast een voorproefje...

Kunstenaars aan het werk!

We bekeken in de klas werken van Andy Warhol.
Daarna gingen we zelf aan de slag. We werkten met koude en warme kleurtonen...

Andy Warhol was een Amerikaans kunstenaar. Hij is vooral beroemd om zijn 'vlakke' en contrastrijke schilderijen en zeefdrukken van verpakte producten en alledaagse objecten bv.: Campbell's soepblikken, als ook voor zijn gestileerde portretten van beroemdheden als Marilyn Monroe.

Paniek in het kasteel van het eerste leerjaar!

Afgelopen donderdag waren we uitgenodigd op de voorstelling van het eerste leerjaar: "Paniek in het kasteel".
Het was een erg leuk, spannend en muzikaal toneeltje!
Een dikke proficiat voor de kids en hun juffen voor deze knappe prestatie!

Spelling: verdubbeling van de medeklinker!

Horen we in de eerste klankgroep een korte klank? Dan schrijven we daarna 2 keer dezelfde medeklinker, we spreken van een "verdubbeling"!

ZATTE VETTE KIPPEN STOPPEN BUSSEN

Hoofdrekenen

34 + 28 = ?

1ste manier: 34 + 28 = 54 + 8 = 62
Je voegt eerst de tientallen erbij en daarna de eenheden.

2de manier: 34 + 28 = 50 + 12 = 62
Je voegt de tientallen bij elkaar, alsook de eenheden. Daarna voeg je samen.

Kinderkok op 5 maart!

We kookten ons eigen "potje".
We werkten in groepjes met kinderen van de 3de kleuterklas tot en met het 6de leerjaar.
We vonden het eigenlijk wel heel leuk.
Enkele foto's:
(meer foto's op website oudervereniging)

Weer wat geleerd!

Spelling

We leerden korte woorden met -gt of -cht correct schrijven.
Bijvoorbeeld:
Als onze juf een woord zegt, luisteren we goed naar de klank die voor de gt/cht komt.
Is het een korte klank? Dan moet ik "cht" schrijven.
lacht, bocht, dicht,...
Is het geen korte klank? Dan moet ik "gt" schrijven.
vraagt, vliegt, krijgt,...

Natuurlijk zijn er ook weer uitzonderingen: ligt, legt en zegt.
Deze drie woorden onthouden we met het versje:
De kip ligt in het hok,
legt een ei,
en zegt tok tok.

Hoofdrekenen

34 + 8 =

We moeten bijdoen.
Van 34 maken we 40. We moeten er 6 bijdoen.
We splitsen de 8 in 6 en 2.
"34 plus 6 is 40. 40 plus 2 is 42."


56 - 9 =

We moeten wegdoen of verminderen.
Van 56 maken we eerst 50. We moeten dus 6 wegdoen.
We splitsen 9 in 6 en 3.
"56 min 6 is 50. 50 min 3 is 47."